Hira: ‘Dat is 1.3 Racisme.’
Manus: ‘Ok, ben jij een racist? Wat is een racist, of beter gezegd wat doet een racist?’
Hira: ‘Ik een racist. Nee, echt niet. Ik heb daar eerder zelf last van gehad. Omdat ik niet Japans genoeg was. Ik hoorde er niet bij. Wat is het? Nou het hebben van een vooroordeel naar iemand met een bepaald ras.’
Manus: ‘Los van de vraag of rassen bestaan, klopt dat laatste. Het grappige is, dat jij al weer de onzin aantoont van racisme. Jij werd niet geplaagd omdat je van een bepaald ras was, maar omdat je niet Japans genoeg was. Dat is het tegenovergestelde.
Zie hier dus de onzin er van. Het is overigens prima om vooroordelen te hebben. Op gedrag, niet op de persoon. En ja, ik zou verrast zijn als iemand uit Japan een directe vraag zou stellen, of makkelijk met nee zou antwoorden. Belangrijk is, dat je je bewust bant van je vooroordelen. En dat je inziet dat er dus binnen elke groep een grote variatie is aan typen mensen en gedrag. Om het af te maken. Er zijn dus geen racisten. Dat is de pot die de ketel verwijt dat ie zwart ziet. Iemand kan zich racistisch gedragen, maar iemand is het niet. Ik vind het een irritant onderwerp. Kunnen we verder met de volgende?’
Hira: ‘Ja, maar ik begrijp het niet.
Manus: ‘Zeg je nu ‘ja, maar?!?’
Hira: ‘Ja, hoezo, mag dat niet?’
Manus: ‘Laat maar, komt later. Ga verder met wat je wilde zeggen.’
Hira: ‘Nou, er is toch wel racisme. Er zijn toch mensen die zich racistisch gedragen?’
Manus: ‘Nu moet je goed opletten. Het is heel simpel, maar omdat sommige dingen zo diep zijn ingesleten, toch heel moeilijk. Benader jij een klein kind van 4, een volwassen man die CEO is van een grote onderneming en een oud vrouwtje van 80 op dezelfde manier? Verwacht jij dezelfde handelingen, woorden, energie, dezelfde interactie met deze drie mensen? Of verwacht je its heel verschillends?
Ik verwacht iets heel verschillends. Een klein kind van 4 snapt nog veel dingen niet, die ouderen wel begrijpen. Dus die benader ik anders. Bij het oude vrouwtje zou ik veel sneller mij afvragen of ik iets voor haar kan doen, wat ik niet heb bij een volwassen man. Zeker iemand die zo belangrijk is, daar zou ik me veel terughoudende opstellen’
Manus: ‘Nou precies. Daar is je antwoord.’
Hira: ‘IK SNAP HET NOG STEEDS NIET.’
Manus: ‘Je gedraagt je anders omdat je op basis van iemands voorkomen generaliseert. En dat kan ook niet anders. Je gaat niet een CEO benaderen als een kind van vier dat nog niet veel snapt van de wereld. En andersom. Dus op basis van onze perceptie, die werkt met generaliseringen, gedragen we ons op een bepaalde manier. Dat kan niet anders. Het is alleen belangrijk er van bewust te zijn en tegelijk je bewust te zijn dat ieder mens uniek is. En je kan worden verrast, dat iemand heel anders is dan jouw generalisatie. Laat het nog maar even bezinken. Dit zijn dingen die je wat langer moet doordenken om het echt te begrijpen. Wat kan helpen is denken in extremen. Stel je zou iedereen zonder generalisatie, zonder voor ingenomen beeld, op een tabula rasa manier anderen? Hoe zou dat er uit zien.
Ook hier is het goed om je te verdiepen in de Transactionele Analyse. Daar gebruikt men ouder, volwassen kind posities. Ga maar eens bij jezelf na, hoe jij verschillende mensen benadert. Als kind, ouder of volwassen. Nou zijn we toch nog veel tijd kwijt met dit irritante onderwerp. Kunnen we verder? Laat het maar rustig bezinken.’