Hira: ‘Ja, helder. 4.4 Ik geloof in het goede van de mens
Manus: ‘Dat is toch vrij naïef. Het lijkt mij duidelijk dat mensen in staat zijn tot gruweldaden, dwangmatig liegen, bedriegen en nog veel meer. En de mens is in staat tot het meest prachtige en liefdevolle handelen. Dat is dus een weten en daar is geen geloof voor nodig.
Dan is vervolgens de vraag, benader ik iemand met een open vizier, met achterdocht of met het uitgangspunt dat iemand de beste liefdevolle intenties heeft.’
Hira: ‘Hoe doe jij dat dan? Ben jij achterdochtig?’
Manus: ‘Nee, ik ben veel te naïef geweest in het verleden. Maar, ik moet er nu voor waken, nu ik meer wakker ben, dat ik inderdaad niet mensen gelijk met achterdocht benader. Ik blijf het overigens lastig vinden. En jij?’
Hira: ‘Ik vertrouw mensen niet. Kan het alleenmaar meevallen. Haha.’
Manus: ‘Dat klopt. Toch ben je hier naartoe gekomen en mij in vertrouwen genomen met bijvoorbeeld je levensverhaal.’
Hira: Ja, dat klopt. Kan ik niet echt goed uitleggen, geloof ik. Mijn moeder was nogal overtuigend, denk ik. En ik vond dat het tijd was om een sprong te wagen. Ik had voor mijn gevoel niet zo veel te verliezen. Zullen we naar de volgende?

Tags:

Log in with your credentials

Forgot your details?